Wortelen
De lichte trein trekt snel op in een nauwelijks voelbare siddering. Ik zit in het portaal op een klapstoeltje. Op het tweede klapstoeltje zit een man die zoals iedereen op een schermpje kijkt. Ik heb in Congrescentrum de Doelen te Rotterdam de Dag van het Literatuuronderwijs bezocht. Daar denkt iedereen dat de jeugd in ons land weer zal gaan lezen. In de trein van Zutphen naar Rotterdam (meer dan twee uur rijden) kijkt iedereen op een schermpje, zonder uitzondering. Niemand leest woorden op papier. We leven in een overgangstijd, de literatuur verdwijnt als massaproduct – net als de klomp, de kolenkachel en de door het paard getrokken ploeg. De literatuur wordt weer het domein van een kleine groep.
Op het derde stoeltje gaat een vrouw zitten in zwarte kleren, geen rouw – mode. Zij kijkt ook op haar schermpje, maar even, zonder hartstocht. Ze haalt een bakje met rauwe wortelen uit haar tas, ze eet een wortel, een brekend geluid in haar mond. Als de trein zijn bestemming heeft bereikt, zijn alle wortelen opgegeten. Mocht ik deze vrouw ooit terugzien en herkennen, dan zal ik me herinneren dat zij wortelen at toen het mij duidelijk werd dat onze literatuur op de terugweg was.
(Snijders)
Categorieën:Geen categorie